De taaltoets pabo: wat houdt het in en hoe slaag je?

Alle pabo-studenten in Nederland moeten de taaltoets halen. Het maakt niet uit bij welke hogeschool je studeert. De toets vindt meestal plaats aan het begin van het eerste jaar. Als je de toets niet haalt, kun je niet verder met de pabo. Je krijgt dan een negatief studieadvies en moet stoppen met je opleiding. Je kunt de toets wel opnieuw doen, maar je hebt maar een paar kansen. Het is dus belangrijk om de toets in één keer te halen.

Lees ook: Toelatingstoets pabo: dít moet je weten! 

De taaltoets pabo toetst je op niveau 3F. Dit is het niveau dat je moet hebben als je van de middelbare school of een andere vooropleiding komt. Het niveau 3F is ook het startniveau voor de pabo. Maar de pabo vraagt meer van je: tijdens je studie werk je naar niveau 4F toe. Dit is het niveau dat je nodig hebt om goed les te kunnen geven aan kinderen op de basisschool. Je moet dus niet alleen de basisregels van de Nederlandse taal kennen, maar óók de complexere onderdelen.

Als je de pabo wilt doen, moet je eerst de taaltoets pabo halen. De taaltoets pabo duurt ongeveer drie uur. Je moet in die tijd 150 vragen beantwoorden over verschillende onderdelen van de Nederlandse taal. Dit zijn de onderdelen waar je vragen over krijgt:

Je moet 50 vragen over spelling beantwoorden. Je moet weten hoe je werkwoorden, naamwoorden en andere woorden goed schrijft in de zinnen.

Voorbeeldvraag: Welke zin is correct gespeld? A) Hij heeft een mooie fiets gekregen. B) Hij heeft een mooije fiets gekregen. C) Hij heeft een mooi fiets gekregen. D) Hij heeft een mooije fiets gekrege.

Antwoord: A) Hij heeft een mooie fiets gekregen.

Je krijgt 25 vragen over grammatica en zinsopbouw. Je moet zinnen kunnen ontleden, zinsdelen kunnen benoemen en fouten kunnen vinden (en verbeteren).

Voorbeeldvraag: Welk zinsdeel is het onderwerp in de volgende zin? De kinderen spelen in de tuin. A) De kinderen B) spelen C) in de tuin D) de tuin

Antwoord: A) De kinderen

Je moet 25 vragen over leestekens oplossen. Je moet weten wanneer je leestekens moet toevoegen, weglaten of veranderen in teksten.

Voorbeeldvraag: Welke zin heeft de juiste interpunctie? A) Ze zei: “Ik ga naar de winkel.” B) Ze zei: ik ga naar de winkel. C) Ze zei, “ik ga naar de winkel.” D) Ze zei ik ga naar de winkel.

Antwoord: A) Ze zei: “Ik ga naar de winkel.”

Je moet 25 vragen over formulering beantwoorden. Je moet zinnen kunnen verkorten, samenvoegen, omschrijven of verbeteren.

Voorbeeldvraag: Hoe kun je de volgende zin het beste inkorten? Het is belangrijk dat je goed voor jezelf zorgt en dat je gezond eet en dat je genoeg slaapt. A) Zorg goed voor jezelf, eet gezond en slaap genoeg. B) Goed voor jezelf zorgen, gezond eten en genoeg slapen is belangrijk. C) Het is belangrijk om goed voor jezelf te zorgen, gezond te eten en genoeg te slapen. D) Goed voor jezelf, gezond eten en slapen is belangrijk.

Antwoord: A) Zorg goed voor jezelf, eet gezond en slaap genoeg.

Je krijgt 25 vragen over woorden en hun betekenis. Je moet synoniemen, antoniemen, homoniemen of afleidingen kunnen kiezen of invullen.

Voorbeeldvraag: Wat is een synoniem voor het woord ‘slim’? A) dom B) knap C) snel D) wijs

Antwoord: D) wijs

Denk jij nu na deze voorbeeldvragen: dit is leuk zeg! Dan kun je ook nadenken om docent Nederlands te worden. Je kunt dan je passie voor de taal delen met je leerlingen en ze helpen om hun taalvaardigheid te verbeteren. Ontdek hier alles over docent Nederlands worden. 

Om de taaltoets pabo te halen, moet je minstens 113 van de 150 vragen goed beantwoorden. Dat is 75% van de toets. Dat is een flinke uitdaging, dus je moet je goed voorbereiden.

Wil jij starten met de pabo? Vergeet dan niet dat het alleen maar gaat om het behalen van de pabo taaltoets. Het gaat ook om de persoonlijke eigenschappen en vaardigheden die je meebrengt. Lees hier welke zeven competenties een leraar moet hebben. 

De taaltoets pabo is een toets die je kunt oefenen. Je hebt verschillende opties om je voor te bereiden. Bijvoorbeeld:

• Volg een cursus of lees een boek die speciaal voor de taaltoets pabo zijn gemaakt. Er zijn verschillende organisaties die je kunnen helpen met de theorie en de oefeningen. Zo kun je je taalkennis opfrissen en je zelfvertrouwen vergroten.
• Gebruik een online platform die je feedback en tips geeft over je taalniveau. Er zijn verschillende websites die je gratis laten oefenen met pabo taaltoetsvragen. Doe hier de demo toets van pabo-taal.nl. Wie weet scoor je al hoger dan je denkt!
• Vraag een medestudent of een docent om je te helpen met je taalvaardigheid. Je kunt samen oefenen, elkaar overhoren of feedback geven. Twee weten meer dan één, en samen leren is ook nog eens gezelliger.

De taaltoets pabo is een toets waarvoor je kunt slagen als je je goed inzet en voorbereidt. Geslaagd? Dan kun je starten met je droomopleiding: de pabo. Veel succes!

Wil je via een zij-instroomtraject in het basisonderwijs werken? Dan kun je via ons eigen zij-instroomtraject je eerste- of tweedegraads bevoegdheid halen. Maar eerst moet je de Nedcat doen. Dit is een taaltoets die lijkt op de taaltoets pabo. Let op: Je moet minstens 80% halen om mee te doen aan ons traject. Dat is pittig, dus je moet goed oefenen. Gelukkig sta je er niet alleen voor. De begeleiders van ons zij-instroomtraject helpen je waar ze kunnen, maar het is natuurlijk aan jou om je best te doen. Zo kun je via Derec je taaltoets pabo halen en je droom waarmaken: leerkracht worden!

Lees ook: De weg naar het klaslokaal: welke pabo-opleidingen zijn er en hoe maak je de juiste keuze?

Zoek je een baan als leerkracht na je pabo? Dan ben je bij Derec aan het juiste adres! Wij hebben verschillende leuke vacatures in het onderwijs voor je klaarstaan. Het maakt niet uit of je net je pabo-diploma hebt gehaald, al ervaring hebt in het onderwijs of nog bezig bent met je eerste- of tweedegraads bevoegdheid: Derec helpt je snel een baan te vinden die bij je past. Bovendien helpen we je graag met onze trajecten op maat. We bieden je verschillende mogelijkheden om via een zij-instroomtraject in het onderwijs te komen.